The true sign of intelligence is not knowledge but imagination.

‘Ik krijg toch niet heel veel Engels, statistiek en wiskunde, hè’, vroeg ik alvorens ik aan het convenantprogramma bij de Universiteit van Tilburg begon. Het convenantprogramma hield in dat je het pre-masterprogramma in het afstudeerjaar (bij de hogeschool) zou gaan volgen. Pre-master wordt op zichzelf al als een heel zwaar schooljaar beschouwd, laat staan dat je ook nog even moet afstuderen! Maar goed, daar maakte ik me allemaal niet echt zorgen om, zolang het maar geen Engelse studie was met heel veel wiskunde en statistiek. De studie-adviseur verzekerde me er van dat het echt allemaal wel meeviel.

No way dat het meeviel! Al tijdens het eerste blok kreeg ik les – en moest ik literatuur leren – op een hoog niveau Engels. De paniek sloeg keihard toe, het eerste blok bij de universiteit. Als ik de universiteit niet zou halen, dan zou ik tegelijkertijd mijn hbo niet dit jaar gaan halen. Dan zou ik een studievertraging op gaan lopen. Waarom was ik nou ook zo stom geweest om dit zo graag te willen? Waarom moest en zou ik sociologie gaan volgen? Ik heb het denk ik wel 100 keer willen opgeven. Ik heb gejankt als een klein kind. Ik was zo boos! Boos op mezelf, want ik kon dit niet. Ik was niet intelligent genoeg. Ik kan niet in het Engels leren!

In blok één kreeg ik ook nog eens wiskunde. Ik begreep er al helemaal niets van op MAVO-niveau. Ik had al jaren geen wiskunde gevolgd, en nu moest ik opeens binnen zeven weken wiskunde op VWO-niveau gaan beheersen. In blok twee kwam statistiek aan de beurt, net zoals in blok drie. En in blok vier moest ik het gaan toepassen in de praktijk. Ik moest een statistisch onderzoek gaan doen.

Wiskunde en statistiek. Het zijn twee woorden die misschien voor anderen helemaal niets betekenen. Gewoon studie gerelateerde woorden. Gewoon twee vakken. Maar voor mij?

Voor mij betekenen wiskunde en statistiek: hoop, doorzettingsvermogen en zelfvertrouwen.

Waarom? Het zijn die twee dingen waarvan ik heel mijn leven zeker wist dat ik het niet kon. Twee dingen waarvan iedereen dacht dat ik het niet kon. Iedereen hield zijn adem in toen ik hen vertelde dat ik wiskunde en statistiek (in het Engels) kreeg op de universiteit. De eerste Engelse toets moest ik herkansen, maar uiteindelijk heb ik hier een zeven voor gehaald. De statistiek- en wiskundevakken heb ik allemaal in één keer gehaald. Nou, bak een taart en vier het, zou je kunnen zeggen. Maar dit betekende echt heel veel voor mij. Het betekent voor mij dat ik meer kan dan dat ik zelf kan beseffen. Het betekent dat ik niet moet opgeven. Het betekent dat ik hoop moet houden. Het betekent dat als ik maar hard genoeg ergens voor strijd, dat het me dan zal lukken. Het betekent meer dan alleen het halen van een tentamen. Het heeft mijn kijk op mijn toekomst toen veranderd. Ik moet me niet laten beperken door de dingen waarvan ik denk dat ik ze niet kan. Ik moet mijn leven leven zoals ik het zelf wil.