Lees eerst voorgaande hoofdstukken.
Daisy volgt iedere stap die ik zet. Het voelt heel ongemakkelijk aan. Ik heb het idee dat zij door heeft dat er iets aan de hand is. Vannacht werd ik weer om 2:22 uur, badend in het zweet, wakker. Het verdriet om Bram zuigt daarnaast alle energie uit mijn lichaam. Ik heb nog steeds niets van hem vernomen. De manier waarop Daisy me aankijkt en alleszeggend zwijgt begint niet alleen heel ongemakkelijk aan te voelen, het begint me ook te irriteren. Ik probeer me te concentreren op de mailtjes die ik de afgelopen dagen heb ontvangen. Het slaapgebrek en de hevige emoties, vanwege het vertrek van Bram, maken dit al heel moeilijk zonder dat ik door Daisy begluurd word. Ik neem een slok van mijn koffie. ‘Wat is er, Dees’, vraag ik met een duidelijk geïrriteerde ondertoon. Ze staat op vanuit haar bureau en komt naar me toegelopen. Op dit moment lijkt ze al de hele ochtend te hebben gewacht. Daisy beantwoordt mijn vraag door te benadrukken dat zij die vraag beter aan mij kan stellen. ‘Je ziet er niet uit, Al’. Daisy is niet bepaald subtiel van aard. Het is juist die directheid, haar eerlijkheid, wat ik zo aan haar waardeer. Het is de voornaamste reden dat ik haar als mijn beste vriendin beschouw. Het is in contrast met de mate waarin ik het nu kan waarderen, namelijk totaal niet. Vandaag heb ik even geen zin in haar eerlijkheid en haar directheid. Vandaag wil ik dat zij me gewoon eventjes met rust laat. Sterker nog, ik wil dat de hele wereld me vandaag met rust laat. De afgelopen weken heb ik me te vaak ziekgemeld en dat is precies de reden waarom ik vandaag wel op kantoor ben. Ik wil niet mijn baan verliezen. Het lijkt op dit moment het enige zekere puntje in mijn leven, nu zelfs de liefde van mijn leven besloten heeft dat hij even niet langer samen met mij wil zijn. Het is niet makkelijk om goed te functioneren als maatschappelijk werkster terwijl je eigen leven compleet in puin ligt. Daisy is op mijn bureau gaan zitten, met haar hand in de snoeppot. Dat is typisch Daisy, altijd op zoek naar het laatste lekkere snoepje in de pot. Terwijl ze een snoepje in haar mond stopt, benadrukt ze dat ik echt met haar moet praten. ‘Het is onbeschoft om met een volle mond te spreken, Dees’. Het is meer een waardeloze poging om van onderwerp te veranderen dan een daadwerkelijke veroordeling. Daisy trapt er, hoe voorspelbaar, niet in. ‘Ik blijf hier desnoods de hele dag zitten’, zegt ze opstandig. Ik weet dat ze het meent. Ik besef me dat ik iets prijs moet geven. ‘Bram is bij me weg’. Daisy schrikt zichtbaar. Waarschijnlijk had ze allerlei doom-scenario’s bedacht, maar dit had ze niet aan zien komen. Ik zie dat ze even niet weet wat ze moet zeggen. Dit vind ik nou altijd zo vervelend aan het moeten brengen van slecht nieuws, en al helemaal als het mezelf betreft. Vanuit mijn professie weet ik dat mensen niet weten hoe ze moeten reageren. Het maakt dat ze soms helemaal niet reageren. Ik vind het niet fijn om mensen zo te zien, daarom houd ik meestal alles voor me. Daarom speel ik de vrolijke vrouw, zelfs als ik me doodongelukkig voel. Nu heb ik echter het punt bereikt waarbij doodongelukkig nog niet eens zo slecht klinkt. Ik ben bang, hulpeloos, machteloos en ik weet echt niet meer wat ik moet doen. Niet omdat Bram me heeft verlaten. Dat is een menselijk probleem. Tegenwoordig heb ik te kampen met bovennatuurlijke problemen en dat is duidelijk meer dan ik aan kan. Daisy mag hier niets over te weten komen. Ik wil haar leven niet op z’n kop zetten. Bovendien weet ik niet of ze me überhaupt zou kunnen geloven. Het is ook zo’n bizar verhaal. Daisy heeft zich herpakt. Ze pakt de tissues uit de lade. ‘Wil je er over praten’, vraagt ze me. Ik vertel haar dat er niet veel te vertellen valt. Ik vertel haar dat het vast wel goed zal komen, terwijl ik hier sterk mijn twijfels over heb. Over deze twijfels vertel ik haar niks. Ik weet precies hoe ik moet reageren om er voor te zorgen dat Daisy zich niet te veel zorgen over me maakt. Het gesprek eindigt uiteindelijk in mijn wanhopige poging om er voor te zorgen dat Daisy gerustgesteld is. Het voelt fijn aan dat sommige dingen blijkbaar nooit veranderen.
Geef een reactie