Mama kwam me vannacht weer in mijn dromen bezoeken. Net zoals in het echte leven was mama overleden, maar ze lag nog in haar bed. Ik huilde en voelde het verlies van mijn moeder met een intensiteit die bijna te evenaren is met het moment dat mijn tante me zei dat mama overleden was. Mama opende haar ogen plotseling, en ik schreeuwde van puur geluk dat mama weer was bijgekomen. Ik heb haar hieropvolgend geknuffeld totdat ik wakker werd.

Wat is het dan ongelooflijk piep om wakker te worden en te realiseren dat het maar een droom was. 

Het steekt me steeds vaker dat mama er niet meer is. Het is zondag Moederdag, en zo’n dag doet hoe dan ook extra pijn. Gisteren zat ik in de bus die ik altijd nam toen ik nog bij mama woonde. We reden langs haar straat. Het doet dan zo’n pijn dat die weg me niet langer naar mijn moeder leidt. Ik mis haar zo ongelooflijk erg. Het gemis is minder zolang ik maar bezig ben met van alles en nog wat. Ik vind het eng om stil te staan. Het gemis lijkt dan in te slaan als een bom. Ik kan het tijdelijk wegdrukken, maar het haalt me steeds opnieuw in. Het voelt als liefdesverdriet, maar dan heviger. Het grijpt me bij de keel. 

Was je nog maar gewoon hier, mam.