Vandaag ga ik weer, voor het eerst na mama’s ziektebed en overlijden, werken. Vanochtend heb ik direct iets ingenomen om te kalmeren. Ik weet nog niet of ik al wel toe ben aan het ‘normale’ leven, maar ik weet ook dat stil blijven staan geen zin heeft. Het zijn die kleine dingen die me stress opleveren. Het beste voorbeeld hiervan is de vraag aan de buschauffeur of hij wil vragen of de andere bus een momentje wil wachten zodat ik nog mee kan. De vorige keer was het nogal een chagrijnige buschauffeur. Ik kan hier doorgaans al heel slecht tegen, om zo behandeld te worden maar helemaal nu.. Ik wat kwetsbaarder ben. Ik zie ook op tegen boze klanten. Ik weet dat ik het niet op mezelf moet betrekken, maar toch vind ik het allemaal een beetje eng. Mijn handen trillen op dit moment van de stress, zelfs met kalmeringstabletten. Moet je nagaan..

Eigenlijk ben ik gewoon heel bang voor mensen. Het klinkt misschien gek, maar zo voelt het wel. Ze zijn onvoorspelbaar, en soms bepaalt jouw gedrag niet hoe de ander gaat reageren. Ik ben altijd heel voorzichtig met hoe ik iets breng, omdat ik het heel erg vind om anderen te kwetsen. Ik schrik dan ook heel erg als ik gekwetst word door iemand anders. Ik kan er dagen mee zitten, en er jaren later nog steeds een naar gevoel aan over houden. Daarom houd ik mijn vriendenkring klein. Als een vreemde me al zo onwijs kan raken, kun je jezelf vast wel een voorstelling maken van hoe mensen waar ik van houd me kunnen raken…

Vannacht werd ik om 3 uur wakker met een brandend gevoel en het continue gevoel dat ik moet plassen. Blaasontsteking.. Heel fijn. Mijn lichaam geeft me weer feilloos aan dat het allemaal iets te vroeg is, maar mijn geest is eigenwijs. De drang om door te gaan overheerst bijna altijd het gevoel nog niet door te kunnen. Toen ik jaren geleden uit de afkickkliniek kwam ging ik ook meteen door.. Gun jezelf vooral geen rust, Charis.. 😉 

Ik wens jullie een mooie dag toe waarin jullie genieten van ieder moment. Jullie lezen me morgen weer.. 🙂