I stop fighting my inner demons. We’re on the same side now.

‘Je hebt sowieso kenmerken van borderline. Je manipuleert de jongens hier op de groep, Anna’, aldus de sociotherapeut van de verslavingszorginstelling in 2008.

Na een aantal psychologische onderzoeken was het duidelijk. Ik heb een borderline persoonlijkheidsstoornis. Naast het lijstje verslaafd en ADHD kon dit er ook nog wel bij. In 2010 werd hier PTSS aan toegevoegd. Je zou haast denken dat ik wel een ongelooflijk disfunctioneel persoon moet zijn.

Vaak vergeet ik mijn diagnoses. Ik slik geen medicatie en ben nooit begeleid in het dealen met deze diagnoses. Ik heb ooit ego-versterkende therapie gehad. Traumaverwerking kon destijds niet, omdat ik te kwetsbaar zou zijn. Eigenlijk is er dus geen bal mee gedaan. Ik vergeet vaak dat ik niet binnen de standaardhokjes val. Ik vergeet dat mijn denkpatronen en gevoelshuishouding net iets anders zijn dan de gemiddelde persoon. Met vallen en opstaan leer ik om te gaan met mezelf. Hierin ben ik niet anders dan de rest, want moet uiteindelijk niet iedereen leren om met zichzelf om te gaan?

Over mijn verslavingsproblematiek en ADHD durf ik wel in het openbaar te spreken. Ik ben een succesverhaal als het gaat om het overwinnen van een verslaving (langer dan 6 jaar clean) en ADHD, tsjah, de inflatie van de diagnose ADHD maakt dat er niet direct een stigma aan hangt. Dat is anders bij borderline en PTSS, dus ik hou wijs mijn mond hierover. Ik wil niet dat mensen denken dat ik ontspoord ben, terwijl dit niet waar is. Hoe lullig het ook is dat ik me blijkbaar schaam voor deze diagnoses, het is wel zo.

  • Dus huppel ik vrolijk rond door de woonkamer om vervolgens zo snel mogelijk naar de slaapkamer te rennen om me onder een deken te verstoppen, wachtend tot de woede-uitbarsting of intense verdriet afgelopen is.
  • Dus kijk ik dagelijks naar mijn littekens die ik inmiddels heel mooi begin te vinden (al 4 jaar niet gesneden).
  • Dus vind ik het eng om te hechten, omdat ik weet dat de angst, dat iemand me zal verlaten, ondraaglijk voor me is.
  • Dus stel ik dagelijks een planning op, omdat ik zonder structuur helemaal van slag ben.
  • Dus deal ik alleen met mijn gevoelens en gedachtes omdat ik weet dat deze niet normaal zijn en dat anderen er van kunnen schrikken.
  • Dus probeer ik alles te rationaliseren, omdat toelaten van gevoelens veel te eng is.
  • En dus stel ik protocollen op zodat ik zo weinig mogelijk last heb van mijn diagnoses.

Naast deze diagnoses ben ik een slimme vrouw. Ik ben een lieve moeder. En ja, ik ben manipulerend maar niet in de slechte zin van het woord. Ik pas me aan op de situatie en aan de persoon. Mensen voelen zich veilig bij me, want ik weet de juiste dingen op het juiste moment te zeggen. Ik weet precies wat ik moet doen om vertrouwen te winnen. Is dat zo erg? Mijn cliënten vinden mijn houding fijn, kinderen komen hier heel graag en tijdens een sollicitatiegesprek weet ik de ander snel te overtuigen. Natuurlijk behartig ik mijn eigen belangen hierin ook. Ik zie alleen niet wat er nou zó negatief aan is?

Ik ben creatief in mijn denken. Ik zeg vaak dingen waar anderen eerder niet aan dachten. Ik leg andere verbanden, denk out of the box. Ik kan anderen meenemen in mijn euforie. Ik ben een sterke vrouw. En ik weet zeker dat al mijn diagnoses mij niet klein krijgen. Ik haal het beste uit deze diagnoses. Ik haal er uit wat er in zit. Het maakt niet uit welke hoge bergen en diepe dalen ik hiervoor moet trotseren. Ik ben wie ik ben, en ik mag er zijn. Period.